Translate

Zoeken in deze blog

donderdag 9 augustus 2012

Barbelenavontuur aan de IJssel 6-8 20012



Voor de zomervakantie heeft de speurtocht van vrouwlief dit jaar een camping bij Hoenderloo opgeleverd. Zoals altijd treedt dan meteen mijn geheime agenda in werking; wat zijn ter plaatse de vismogelijkheden? Snel de landkaart erbij en tot mijn grote vreugde ontdek ik dat we slechts  25 kilometer van de IJssel af
zitten. Ik heb altijd al graag eens in één van de grote rivieren willen vissen. Om één of reden is het er nog nooit van gekomen maar dit is mijn kans om enkele nieuwe vissoorten aan de haak te slaan en met heel veel geluk wellicht een barbeel te vangen. Eerst heb ik via Sportvisserij Nederland het boekje “Visstekken langs de Gelderse IJssel” aangeschaft. Wat me opvalt, is dat het grootste deel van de (oevers van de) IJssel niet toegankelijk zijn . Of er gelden geen looprechten of de oevers zijn simpelweg niet te bereiken. Eigenlijk blijven er voor mij tussen Dieren en Zutphen maar een paar plekjes over om de IJssel te bevissen. Verder is het vissen op barbeel voor mij één groot vraagteken maar gelukkig hebben we tegenwoordig internet. Veel bruikbare informatie vind ik op de site barbelen.nl van Frans Vogels en in zijn rubriek “Koning van de Stroming”.  De tweede vakantiedag krijg ik het gezin zover om een toertochtje te gaan maken waarbij we niet geheel toevallig steeds langs de IJssel komen. Indrukwekkend is de (in mijn ogen) forse stroming alhoewel ik natuurlijk niets gewend ben als visser van de Friese kleivaarten. Maar de stek is al snel gekozen en twee dagen later is het dan zover. Om zes uur s’ochtends sluip ik de muisstille camping af. Ik heb twee zware feeders bij me. Eentje opgetuigd zoals thuis op het kanaal dus 8/00 dyneema en een 80 cm onderlijn van 18/00 nylon. De haak 8/0 wordt beaasd met worm en maden. De andere feeder is helemaal opgetuigd volgens de aanwijzingen van Frans Vogels: een molen met 30/00 nylon met een onderlijn van maar liefst anderhalve meter,  eveneens 30/00 nylon en een 8/0 (karper)haak met een hair waar een blokje kaas aankomt.  Aan beide hengels komt een voerkorf van 80 gram. Op de stek liggen de kribben vlak bij elkaar. Puur op gevoel kies ik voor een bepaalde krib. De onzekerheid is groot. Zal hier wel barbeel zitten? Vis ik wel op de goede manier? Het begin is in ieder geval weinig hoopgevend. Bij de eerste inworp vlak voorbij de kop van de krib zit ik meteen vast en even later sta ik met het bekende wapperende stukje nylon. Een stukje verder ingooien dan maar. De feeder met worm en maden blijkt al snel kansloos. Na elke inworp krijg ik meteen hele kleine tikjes en elke keer blijkt er een klein grondeltje te hangen. Ik besluit dan ook al snel om alleen met de hengel met kaas door te gaan maar dit aas blijkt keer op keer binnen een kwartier verdwenen. Mijn zelfvertrouwen smelt als sneeuw voor de zon.. Ik besluit na enige tijd mijn vaste stok maar ik stelling te brengen om zo toch nog wat vis te vangen. Ik heb deze nog maar net in gereedheid of ik zie toch duidelijk enkele tikken op de feeder. Een seconde of twee kijk ik vol verbazing naar de top van de hengel om daarna aan te slaan. Het lijkt wel of ik vastzit. Ik houd de hengel goed onder spanning en gelukkig voel ik even later de bevrijdende stompen op de top. Barbeel of misschien iets anders? De vis begint te zwemmen. Heel langzaam, meter voor meter, komt de vis dichterbij. Vlak voor de kant begint ze rondjes te zwemmen. Dan komt ze eindelijk omhoog.  Ja, barbeel en ook nog een knappe. Elke keer als ik de barbeel bij de oppervlakte komt, duikt ze door de slip weer naar beneden. Wat een dril, dit is nergens mee te vergelijken. Na wat een eeuwigheid lijkt, glijdt de barbeel in het schepnet. Ik sta te trillen op mijn benen en kan een vreugdedansje niet onderdrukken. 63 cm, wat een vis! Snel een foto met de zelfontspanner en de vis terug in het net om bij te laten komen. De wereld ziet er opeens heel anders uit, de dag kan voor mij niet meer stuk. De uren daarna vang ik met de vaste stok volop grondels, alvers en blankvoorn. Op de feeder niets meer maar ik vind het wel prima. Dan is uiteindelijk het laatste stukje kaas aan de beurt. De laatste inworp en het ongelofelijke gebeurt. De feeder buigt opeens in een hoepel. De dril lijkt veel op de vorige maar deze vis wil maar niet omhoog komen. En als ze omhoog komt, is ze ook gelijk uitgeput. Wat een bak, ze past maar met moeite in het pannet. Ik wordt helemaal gek: 73 cm! Beter kan volgens mij niet. Bijna zwevend van geluk keer ik terug naar de camping. Twee dagen later sta ik om dezelfde tijd weer op dezelfde stek. En wat denk je? Geen enkele aanbeet! Eigenlijk vind ik het niet erg. Dat maakt mijn allereerste barbelenavontuur alleen maar specialer.

Ronnie van Beem

Geen opmerkingen:

Een reactie posten