Translate

Zoeken in deze blog

maandag 21 november 2011

Zeevissen bij Roptazijl

De foto's van Photobucket
Kan je niet meer aan klikken
Dat Account is gesloten.



Groetjes Anne Berend Dijkstra 


Hallo allemaal, hier weer eens een visverslag uit Friesland van visclub Oebele. Het was deze week een beetje moeilijk om wat leden voor het kustvissen bij elkaar te krijgen maar het is uiteindelijk wel gelukt.
De kampioen van tweeduizend elf liet verstek gaan wat wel jammer was want wij hadden ons deze laatste dag van het wedstrijd vissen dit seizoen nog wel een keer willen meten. Half negen vertrokken wij uit Leeuwarden met veel vraagtekens in ons hoofd want de ervaring leert dat wij met deze weersomstandigheden ons er niet teveel van moeten voorstellen wat de vangsten betreft. Maar er zal waarschijnlijk niet veel krab zijn en dat is weer een pluspunt. Daarnaast bleek het mooi weer om te vissen, want toen wij bij Harlingen aankwamen was de zware mist die er hing bij Leeuwarden helemaal op getrokken. Nu de vis nog die misschien massaal op ons lag te wachten, smachtend naar een lekkere zager of een zeepier. Ja, je weet het maar nooit, toch? Wij zouden om half tien beginnen met de wedstrijd. Toen wij de dijk opklommen en boven waren, zagen wij dat er al genoeg water stond. Dat was treffen want dat hadden wij niet verwacht. Tjipke zei tegen mij dat het water/tij nog afging. Ik zei: 'Dat kan toch niet? Het zou nu moeten opkomen.' Maar hij had toch gelijk; het ging af. Als wij nu willen vissen moeten wij wel die kleine glibberige pieren op. Ik had het kunnen weten; hij is bij de dijk opgegroeid vandaar dat de familie Douma zulke verwoede zeevissers zijn. Bot kon je vroeger gewoon met een mestvork vangen zo is mij eens verteld. Dat noemden ze dan bot steken, dat deden ze vroeger bij Holwerd bij de landaanwinning als het schaft was. Met aflopend tij gingen ze in geulen, die je daar kan zien, botsteken. Bot blijft in de modder liggen en wacht het opkomend tij weer af, maar er moet wel wat water blijven staan. Waarom ik dit allemaal schrijf? Tja, er valt over deze dag niet veel te vertellen. Ik heb tot half twaalf op de pier gestaan voordat wij weer vanaf de wal konden vissen en niet 1 keer beet gehad. Dan ga je weer aan vroeger denken; veertig botjes vangen vanaf de wal was geen uitzondering. Wat hebben wij een geweldig goeie zeevisserij gehad met onze club. Het was ook niet voor niets een zeevisclub. Maar die tijd komt nooit meer terug! Als je weet dat bot van troebel water houd, en het water nu zo mooi helder is omdat er veel minder fosfaten in het water zitten dan vroeger, dan is dat ook wel een van de reden dat er minder bot zit. Je kan ook niet alles op de beroepsvisserij gooien. Nou ja, en zo zit je maar wat te mijmeren als je niets anders te doen hebt. Ik was diep in gedachten verzonken toen Tjerk in eens naast mij stond. Hij wilde zijn bot even laten opmeten. Een mooie bot, dertig centimeter. Het was half een, zou het nu beginnen? De hengels maar even ophalen en van vers aas voorzien. Ik moest wachten tot kwart over een voordat ik de eerste tik op de top zag en het was meteen raak, hangen! Nog even wachten want ik had er drie beaaste haken aan. Het wil wel eens gebeuren dat je een doublet vangt want bot is een schooldier dus zitten er vaak meer. Maar ik durfde niet langer te wachten. Stel dat ik hem daardoor verspeel? Het was een bot en daarna nog twee puitalen binnen een half uur. Daarna helemaal niets meer. Tjipke was ook al drie keer bij mij geweest te meten. De vangst over de hele dag was een bot en vier puitaal waar mee hij de eerste plaats zou halen. Tjerk kwam nog met een puitaal en zijn vader ook op de valreep. Die was na veel gezwoeg van de nul af. Het was half vier; einde wedstrijd. Nu zien wat de anderen gevangen hadden. Zij waren dichter bij de lange pier gebleven en de resultaten kunnen nog wel eens anders zijn dan tussen de kleine pieren. Maar het was daar ook huilen met de pet op. Gerben die zich al rijk rekende met zijn vier visjes moest het toch nog afleggen tegen Tjipke, hij werd tweede. En Piet had zes centimeter meer dan ik, hij werd derde. Terugkijkend op deze dag hebben wij genoten van het mooie weer. En dat je dan ook nog aan het wad kan zitten vissen is mooi meegenomen. Het was dit jaar niet zo bijzonder met de vangsten, vooral aan het wad, maar ook met het zoetwatervissen niet. Maar sommige vissers hoeven maar naar het water te kijken en de vis vliegt hun om de oren om het zo maar te zeggen. Hoe doen zij dat toch?? Wij zullen het wellicht nooit te weten komen want dat is het geheim van een echte wedstrijd visser! Groet, A.B Dijkstra

Geen opmerkingen:

Een reactie posten