Translate

Zoeken in deze blog

zondag 17 oktober 2010

NK kustvissen 2010: Groote Keeten



Vandaag moet het gebeuren. Voor de 2e keer in mijn leven vis ik een wedstrijd vanaf het strand en het is ook nog een NK. Die 1e keer was de voorronde waar ik me tot verrassing van mezelf plaatste voor het NK. Wat mij nog meer verrast heeft, is dat ik als enige fries aanwezig ben. Maar misschien is dat ook wel niet zo’n verrassing. De Friese kust kent eigenlijk alleen maar dijken en de vangsten zijn de laatste 15-20 jaar mager geweest (hoewel de laatste 5 jaar het gelukkig weer beter wordt). Het lijkt erop dat dit er voor heeft gezorgd dat de spoeling aan zeewedstrijdvissers in Friesland dun is. Anyway, ik mag dus de Friese eer hoog houden tussen de 223 beste kustvissers van het land. Wat het ook wordt: officieus ben ik dus al Fries kampioen ;-)


Ronny Dijkstra,Kustvissen 16-10-2010

Mijn plaatsing voor het NK zet mij wel aan het denken: is (zee)vissen een kwestie van geluk? Of komt er toch wel wat meer bij kijken? Als je jezelf die vraag stelt, zal je door kenners waarschijnlijk direct als onwetende beginneling worden beschouwd. Voor de meeste ervaren vissers is het immers een ware wetenschap, waarbij de professor met de beste ideeën, materialen en technieken de overwinning binnenhaalt.

Als zoetwatervisser hang ik ook de wetenschapsvisie aan, maar bij het zeevissen weet ik dat zo net nog niet. Niettemin heb ik mij als ‘wetenschapper’ voorbereid.
Ik start met het beste aas dat voor mij te krijgen is: pieren, zagers (vers en oud), slikzagers, witjes, mesheften ik heb het allemaal mee.
Qua lijnen ben ik ook op veel voorbereid: simpele lijnen zonder opsmuk, lijnen met drijvers, kralen, rode bomen, witte bomen, wapperlijnen, surf-casters, kleine haakjes, grotere haken, fluorocarbon, sequins etc. etc. ik heb het allemaal.
Wat ik niet heb, is voldoende ervaring met strandvissen, maar dat heeft me de vorige keer ook niet gehinderd. We zullen zien. Ik loot stek B4 en zit midden in het vak. Voor mij enkele zandbanken met wat ondiepe geulen. Het is opkomend tij dus de vis zal naar ik gok voor of achter de branding in de geultjes te vinden zijn. Wellicht valt er achter de meest verre branding op zo’n 100 meter ook nog zeebaars te vangen. Ik betwijfel echter of ik daar met de harde wind N/NW windkracht 5 kom. Als ik het eerste half uur toch eens probeer om ver in te gooien, krijg ik direct de rekening voor mijn overmoed. Mijn gevlochten lijn komt na een beroerde worp vierdubbel geknoopt uit de top van mijn hengel. Mijn draad vliegt over het hele strand en ik ben zo 5 a 10 minuten kwijt aan het bij elkaar halen van mijn draad en het handmatig inhalen van mijn onderlijn voordat ik mijn 2e hengel met nylondraad (niet weer gevlochten dat gebeurt me niet nog eens) in gooi. Maar ook deze hengel doet raar, mijn lijn hangt volledig slap. Verwonderd draai ik ook deze hengel maar in. Er zit niks aan! Ik heb in de haast de onderlijn niet dichtgeclipt…
Tja, lekker begin. Ondertussen vangt mijn buurman op B5 het eerste uur de ene na de andere bot. Na een uur heeft hij er al 4 of 5 en ik helemaal niks. Maar goed ze zitten er dus wel. Buurman op B3 sleept vervolgens ook zijn eerste botten binnen met een leuk doublet.
Coach Anne loopt hoofdschuddend achter mij en maant mij tot rust. Het kan nog wel volgens hem. Hij schenkt nog een bakje koffie met zand voor me in en krijgt me zowaar iets rustiger. Maar de vangsten bij mijn buren vallen stil en de hoop zakt mij al snel weer in de schoenen. Toch maar eens even rustig om mij heenkijkend zie ik dat B5 vist met iets zilverachtigs, kleine lepeltjes ofzo. Het kan ook parelmoer zijn. Dit lijkt mij een goed recept aangezien ik net een tros kleine parelmoerachtige mosseltjes aan mijn lijn binnentrek. Ik doe er een lijn met zilverachtige drijvers aan en jawel 10 minuten later vang ik mijn eerste bot van 21cm. Ik probeer nog meer van mijn buurmannen af te kijken, maar veel laten ze niet zien. Ze houden hun aas en onderlijnen voor het zicht verborgen. Aangezien ik mijn eerste bot op mesheft ving, blijf ik dit recept op 1 of 2 haken per worp proberen. Coach Anne loopt weer hoofdschuddend over het strand: hou toch op met die grote mesheften, dat krijgt die bot niet weg, roept hij nog. Maar eigenwijs blijf ik het nog minstens een uur proberen. Dan schakel ik toch maar weer over op pieren in combinatie met slikzagers. En ja hoor, daar komt het tweede botje boven. Er gloort een kleine beetje hoop. Als ik het laatste uur nog 3 a 4 botten erbij pak, maak ik misschien toch nog kans op plaatsing voor de topcompetitie. Het tij is echter dood en de vis laat zich niet meer zien. De teller stopt op 2 botten en dit levert mij de 158e plaats op. Mijn buurman op B5 wordt met 7 botten 18e. B3 vangt maar 4 botten maar plaatst zich toch nog voor de topcompetitie, geluk of gewoon een goede visser? Ik gok toch het laatste. Na een dagje op het NK om me heen gekeken te hebben, kom ik tot de conclusie dat kennis van stek en omstandigheden, techniek en materiaal toch de doorslag geven. Toch blijft ook geluk of pech een factor. Hoe kan ik het anders verklaren dat 2 van de 20 leden van de nationale selectie geen enkele vis vangen en dat nog eens 2 ns-leden net als ik slechts 44 centimeter vis vangen? Dat moet domme pech zijn. Toch?

Ik heb in ieder geval weer veel geleerd. Vooraf had ik niet echt hoge verwachtingen, maar achteraf knaagt het toch dat ik het het 1e uur zo heb laten liggen. Maar ach, ik weet waar ik aan moet werken. Volgend jaar met een beetje geluk weer een nieuwe kans…




Groeten,



Ronny

Geen opmerkingen:

Een reactie posten